En beter ging het niet. schreef ik in mijn vorige post. Hoe ging het verder? Want die burnout heb ik niet meer en mijn leven ziet er nu heel anders uit. Dat drong deze week weer extra tot me door toen ik me realiseerde dat ik al heel lang niet meer met een somber gevoel wakker word. Iets wat tijdens mijn burnout dagelijkse kost was. Een tijdlang werkte ik aan mijn herstel op dezelfde manier zoals ik er in was gekomen: heel erg mijn best doen, oorzaken analyseren, wat niet meer werkte en wat ik dus anders moest doen. Die oorzaken, daar kwam ik in grote lijnen wel achter. En ook wat er niet meer werkte. En wat ik (niet meer) moest doen was ook duidelijk. Maar dat weten in mijn hoofd zorgde er niet voor dat ik me anders ging voelen. En dus ging het niet beter. Ik heb veel dingen geprobeerd om te ontdekken wat werkt voor mij. Yoga, wandelen, meditatie, mindfulness, gezond eten, genoeg slapen, haptonomie, cognitieve gedragstherapie. Ik las boeken en schreef. Sommige dingen werkten goed, of tijdelijk, of eerst niet en later wel of eerst wel en later niet meer. Ik las het boek De Fontein van Els van Steijn en kwam daardoor in mijn leven opnieuw in aanraking met familieopstellingen. Waar het eerder aan me voorbij ging – mijn vader was er jaren geleden mee bezig geweest -, greep het me nu. Een vermoeden dat het begeleiden van opstellingen me goed zou passen, vestigde zich in mij. Ik maakte kennis met de docent en besloot – tegen het advies vanuit mijn werkgever in – om de opleiding te gaan volgen. Dat besluit was een krachtige stap. Het keerpunt in mijn herstel. In de opleiding en het opstellen vond ik een manier waarop ik kon doordringen tot een kern. Op een ander, meer fundamenteel niveau voorbij waar ik met mijn hoofd was gebleven. Een niveau waarop verandering mogelijk was. Ook was de opleiding de plek waar ik ervaarde hoe bevrijdend het is als emoties worden gezien als iets dat er helemaal bij hoort en het zelfs helend is wanneer de onderliggende emoties de ruimte krijgen. En dat het begeleiden me goed past, dat klopt inderdaad. Vaardigheden waar ik last van had gehad, zoals mijn antenne voor hoe het gaat met anderen, komen in het begeleiden van opstellingen heel mooi tot hun recht. Voeg daar een aantal nieuwe vaardigheden aan toe, zoals het zonder oordeel kijken, en tada! Alle ingrediĆ«nten aan boord om een nieuw vak, een ambacht, me eigen te maken. Familieopstellingen was voor mij een manier die werkte, me verder hielp. Op het moment dat de tijd rijp was. Mij zal je niet horen zeggen dat iedereen een opstelling zou moeten doen. Of dat het de manier is voor alle vraagstukken in het leven. Opstellingen zijn niet voor iedereen en voor alles.
Ja, ik vind het een mooie, verrijkende manier van kijken en ervaren. En ja, ik begeleid graag je vraag wanneer het voor jou voelt als het goede moment en de goede manier. En wanneer dat nog niet of nooit zo voelt, dan is dat wat mij betreft helemaal prima. Vind vooral wat werkt voor jou, jouw ‘en beter ging het niet, totdat..’