Ik voel angst en ik voel dat dat er helemaal zijn mag. Ik vind het spannend om los te laten het van anderen en dingen buiten me af te laten hangen hoe ik me voel, of ik inspiratie voel of motivatie, of ik door kan zetten. Of ik verder durf. Het betekent namelijk dat ik er helemaal zelf voor verantwoordelijk ben.
En er verantwoordelijk voor zijn, dat is een bekende voor me uit oude patronen.
Alleen dat type verantwoordelijkheid verschilt van het type waar ik nu naartoe beweeg. Toen ik afstevende op een burnout en ook nog tijdens mijn burnout voelde ik me erg verantwoordelijk. Op mijn werk voor het goed uitvoeren van mijn eigen werk en ook voor het welzijn van het hele team en ook nog voor het grotere geheel: mensen in Nederland, het functioneren van het ministerie. Thuis voelde ik me verantwoordelijk voor het welzijn van de mensen om mij heen: mijn vriend, mijn ouders, mijn broers. En daar hield het niet op. Ik voelde de verantwoordelijkheid om te doen wat ik kon om anderen te helpen. Als ik zag hoe het hen beter zou kunnen gaan, dan had ik de verantwoordelijkheid daar ook iets mee te doen. Ook wanneer ik me daar zelf moe of somber door ging voelen. Ook voelde ik de verantwoordelijkheid te zorgen voor mijn omgeving: minder plastic, minder vlees, minder consumeren. Op dat gebied alles wat je ziet dat bijdraagt aan een betere omgeving, ook moeten doen – ookal is het zwaar voor mij – dat is een bodemloze put. Je kunt het nooit helemaal goed doen. En dat is precies waar ik altijd terecht kwam: het is nooit genoeg. En het is nooit goed, want er zijn altijd dingen die beter kunnen en ik ben daar helemaal zelf voor verantwoordelijk om daar voor te zorgen.
Dat gold ook voor mijn herstel: mijn eigen verantwoordelijkheid. Dus hard werken, goed mijn best doen. En hoezeer die houding ook positief werd ontvangen, het was nooit genoeg. En beter ging het niet.
Met de herinnering aan dat verantwoordelijkheidsgevoel ben ik nu bang om los te laten het aan anderen over te laten hoe ik me voel en of ik de kracht vind de dingen te doen die ik wil en belangrijk vind.
Want wat nu als ik weer terugval in me overal voor verantwoordelijk voelen? “Je bent zelf verantwoordelijk” was een streng credo en dat ging gepaard met een eindeloze stroom aan zelfkritiek. Alles beoordeelde ik en het was nooit goed genoeg. Hoogstens een opluchting dat iets niet fout was gegaan. Die kritische stem heeft me er tot nu toe van weerhouden om iets echts publiekelijk te delen over mijn burnout. Ik schaamde me. En ook nu hoor ik die kritische stem. Maar die is niet langer de luidste. Ondanks de angst wil ik het toch doen. Eerlijk, vanuit mezelf, kwetsbaar.
Het type verantwoordelijkheid waar ik nu naartoe beweeg, is van een volledig andere orde. Het is de verantwoordelijkheid voor mezelf en mijn leven. Meer niet. Geen “moeten, want anders …”. Niet de wereld op mijn schouders, ookal ga ik er zelf aan onderdoor. Als ik dat zou doen, neem ik juist géén verantwoordelijkheid. Als het mij slecht gaat doordat ik voor alles en iedereen wil zorgen behalve voor mezelf, wie zorgt er dan voor mij?
Ik zie nu dat ja zeggen tegen die verantwoordelijkheid er juist niet zorgt voor zorgt dat het mij slecht gaat. Ik ben de enige die ervoor kan zorgen dat het mij goed gaat. Daar hoort ook een ander soort gesprek met mezelf bij. In plaats van mezelf op mijn kop geven wanneer ik (nog) niet durf, juist de ruimte geven aan die angst en ontdekken wat ik nodig heb. Ik ben de enige die daarvoor kan zorgen. Dat betekent niet het allemaal alleen doen. Nee, zelf verantwoordelijkheid nemen kan ook betekenen naar mijn man gaan, hem zeggen dat ik bang ben en hem vragen mij vast te houden. Zodat ik juist voel dat ik niet alleen ben en lief voor mezelf mag zijn én liefde mag ontvangen van hem. Dat is precies wat ik dan nodig heb.